Een Syrische familie, woonachtig in Kessel

Pas gearriveerde Syrische familie zoekt ‘taalmaatjes’

Weg uit Aleppo, nieuw begin in de Gelrestraat

De oorlog in Syrië lijkt ver weg, maar Kessel heeft er toch een beetje mee te maken. Sinds februari woont aan de Gelrestraat 8 de familie Meselmani: vader, moeder en drie jonge kinderen. Vader Mazen runde ooit een werkplaats waar prachtige kroonluchters werden gemaakt. Die ligt nu in puin. In Kessel begint de familie aan een nieuw leven.

Het was een emotioneel moment afgelopen januari, toen vader Mazen (43) na een jaar en drie maanden zijn gezin op Schiphol in de armen kon sluiten. In augustus 2015 was hij samen met oudste dochter Noer (toen 6) Aleppo ontvlucht. Via Turkije en Griekenland kwam hij te voet, per trein en bus naar Nederland. Hij had gehoord dat ze hier ‘heel snel’ familieleden lieten overkomen. Inmiddels is het gezin ruim een half jaar samen en is het proces van integratie begonnen. ‘Kessel heel goed, heel mooi’, zegt Mazen in zijn nog beperkte woordenschat. ‘Ik hou van Nederland. Mensen helpen mij. Hier is veilig. Niet boem-boem als Syria.’

Nederlandse les

Gemakkelijk gaat het niet, integreren. Mazen en zijn vrouw Ghenwa (33, spreek uit Rnwa) spreken geen Engels, wat het leren van Nederlands extra moeilijk maakt. Van de kinderen spreekt Noer de taal al behoorlijk, haar pas gearriveerde zusje Gena (6, spreek uit Rinè) en broertje Mohamed Hessein (4) veel minder. Vader en moeder gaan drie keer in de week naar Nederlandse les in Venlo. Mazen kan al wel eenvoudige zinnetjes maken, aan Ghenwa is te merken dat ze veel korter hier is. ‘Ik wil snel Nederlands leren’, zegt Mazen. ‘Nu geen werk, geen geld. Moet eerst leren.’ Ghenwa worstelt met de nieuwe taal. Verlegen is ze niet. Via een tolk (een bevriende Syriër) vertelt ze uitgebreid dat het op en neer reizen naar de lessen in Venlo haar zwaar valt, samen met de zorg voor de kinderen, koken en poetsen. Ze is vaak moe en voelt zich schuldig dat ze haar kinderen niet kan helpen met schoolwerk. Mazen: ‘Is moeilijk voor mijn vrouw.’ Ineens klinkt tussen Ghenwa’s vlotte Arabisch het woord ‘taalcoach’: ze zou heel graag een taalmaatje hebben; iemand in de buurt met wie ze regelmatig Nederlands kan praten.

Kroonluchters

Mazen wil het liefst, zodra hij het Nederlands een beetje machtig is, zijn oude beroep weer oppakken. In Aleppo was hij eigenaar van een werkplaats met zo’n vijftien man personeel waar kroonluchters werden gemaakt. Fraaie, rijk met kristal versierde, grote lampen voor chique huizen of moskeeën. Van zijn fabriekje is niets meer over: platgebombardeerd. ‘Heel moeilijk voor mij.’ Maar hij kijkt nu weer vooruit: in Duitsland, met zijn grote moslimgemeenschap, is daar een markt voor weet hij.

Koffie met de buren

Ze gaan regelmatig naar Panningen: naar de moskee, en om halal Turks eten te kopen en ‘naar goedkoop supermarkt.’ Veel contacten hebben ze nog niet, behalve met familie in Helden en Baarlo. ‘Veel mensen goed, sommige niet’, zegt Mazen. Met de buren aan één kant, een ouder echtpaar, drinken ze regelmatig een kop koffie. En twee keer is een vrouw die schuin tegenover ze aan de Gelrestraat woont op bezoek geweest, samen met twee oudere dochters. Een tijdje terug toen hij met zijn kinderen op een speelveldje was, haalde een moeder haar eigen kinderen meteen weg. Mazen: ‘Ik zei: Hallo,’ – een goedbedoelde poging tot toenadering. ‘Sommige mensen niet blij met vluchteling.’

Hun jongste kind komt binnen, de kleine Mohamed Hessein. Toen Mazen nog alleen met dochter Noer in het AZC zat, praatte hij aan de telefoon onophoudelijk in op zijn achtergebleven zoontje: ‘Ik ben papa, ik ben papa!’ – bang dat de kleine jongen hem zou vergeten. Bij de aankomst op Schiphol vloeiden tranen. Niet lang daarna was er nóg een heel mooi moment, zegt Mazen: ‘Wij krijgen brief: wij naar school gaan.’ Die brief voelde als het échte begin van hun nieuwe leven. Misschien kan Kessel ze een handje helpen.

Hulp bij integratie In Kessel en Kessel Eik wonen 36 statushouders. Elke donderdagavond wordt er door het Dorpsoverleg Kessel voor statushouders (erkende vluchtelingen) een taalcafé gehouden in de algemene ontmoetingsruimte van De Merwijck. Vluchtelingen worden geholpen bij het versneld leren spreken van de Nederlandse taal, het vinden van gepast werk of worden in contact gebracht met sport- of buurtverenigingen. Interesse om mee te helpen in dit project of om taalmaatje te worden? Informeer bij info@dorpsoverlegkessel.nl

gezin